Wet maatschappelijke ondersteuning

In de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) staat dat de gemeente ondersteuning moet bieden als inwoners niet op eigen kracht hun dagelijks leven kunnen leven. Onze artsen geven gemeenten in dat proces medisch advies.

Foto van een traplift langs een trap met vloerbedekking.

De gemeente helpt je als het niet lukt om zelfstandig je dagelijks leven te organiseren. Die hulp kan algemeen zijn, zoals een inloophuiskamer of een maaltijdservice. Maar soms is er iets nodig dat speciaal op jou is afgestemd. Denk aan hulp in het huishouden, een vervoersmiddel zoals een driewielfiets of scootmobiel, een pas voor de regiotaxi, of een aanpassing in huis zoals een traplift. Ook begeleiding of beschermd wonen kan via de Wmo geregeld worden. Het doel van de Wmo is dat iedereen kan meedoen in de samenleving en zo lang mogelijk zelfstandig kan blijven wonen. Hoe de gemeente dat precies aanpakt, mogen ze zelf bepalen. Daardoor kan de ondersteuning per gemeente verschillen.

Wmo aanvragen: hoe werkt dat?

Heb je moeite met dagelijkse dingen en lukt het je niet om je problemen zelf of met hulp van mensen om je heen op te lossen? Dan kun je bij de gemeente waar je woont een aanvraag doen voor ondersteuning. De gemeente kijkt dan samen met jou wat er nodig is. Een Wmo-adviseur gaat met je in gesprek. Soms is er ook een medisch onderzoek nodig. Op basis van het medisch advies beslist de gemeente wat er geregeld kan worden. Af en toe schakelt de gemeente ook een indicatieadviseur in. En als het om een grote aanpassing in huis gaat, komt er vaak een bouwkundig onderzoek bij kijken. Voor deze onderzoeken vraagt de gemeente advies aan ons. Met jouw toestemming krijgen wij je gegevens en nemen we contact met je op voor een afspraak.

Foto van rollator en loopstok die in de hoek van een gang staan

Medisch onderzoek

Een van onze artsen doet het medisch onderzoek. Deze arts is gespecialiseerd in de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). De arts ontvangt je op het spreekuur of komt bij je thuis. Tijdens het onderzoek stel je samen vast wat er aan de hand is. Je kunt je verhaal doen en de arts stelt vragen. Soms is een lichamelijk onderzoek nodig. Als er meer informatie nodig is, kan de arts – met jouw toestemming – contact opnemen met je behandelaar. De arts bespreekt met jou wat het advies wordt. Dat gebeurt direct na het onderzoek of later via de telefoon of mail.

Een stethoscoop.

Wat wil de arts weten?

Je hebt een specifieke voorziening of gerichte hulp aangevraagd, maar de arts kijkt eerst naar je totale situatie. Hoe gaat het lichamelijk en psychisch? Hoe ziet je sociale omgeving eruit? Je krijgt vragen over hoe je dagelijkse dingen doet, zoals boodschappen doen of de was draaien. Pas als duidelijk is wat je zelf niet kunt, wordt gekeken welke hulp nodig is.

Foto van handen die op een laptop bezig zijn, naast de laptop ligt een stethoscoop

Indicatieadviseur en bouwkundige

Soms is de situatie wat ingewikkelder, dan wordt de indicatieadviseur gevraagd om onderzoek te doen. De indicatieadviseur heeft veel kennis over allerlei voorzieningen en aanpassingen. Ook kan de indicatieadviseur in detail berekenen hoeveel individuele begeleiding ingezet moet worden.

Voor de grote woningaanpassingen is kennis van een bouwkundige nodig. Deze bekijkt wat wel en niet kan in de woning en maakt een kostenplaatje.

Met deze adviezen kan de gemeente goed onderbouwd een besluit nemen over jouw aanvraag.

Vrouw zit op een traplift, die onder aan de trap staat.

Vragen? Stel ze gerust

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.